Skip to main content
Bijbelstudie hebreeen vooruit kijken

Geloven is vooruit kijken

Bespreking van een tweede belangrijk inhoudelijk thema uit de brief aan de Hebreeën: de christen is als pelgrim onderweg naar de stad van de toekomst.
Aandacht voor het thema van de rust in Hebreeën 3-4 en het thema van de stad in Hebreeën 11 en 13.

In deze les bespreken we twee onderwerpen:
1. vooruitzien naar de rust van de toekomst (blok 1 en 2)
2. vooruitzien naar de stad van de toekomst (blok 3)

 

Beluister hier de opname van het eerste deel.

1. Vooruitzien naar de rust van de toekomst
In Heb 3,7-4,16 geeft de auteur zijn lezers les in het goed lezen van Psalm 95.
Hij citeert Ps 95,7b-11 in Heb 3,7-11 en bespreekt eerst (in 3,12-19) het waarschuwende karakter van deze psalm en daarna (in 4,1-11) het belovende aspect in deze psalm. In blok 1 bespreken we het vermanende deel en in blok 2 het belovende deel van deze leesles.
 
Suggesties voor uw voorstudie:
a. Maak u de inhoud van Psalm 95 eigen;
b. zorg dat u vertrouwd bent met de geschiedenis van Numeri 13-14
c. Ga na hoe de auteur van Hebreeën in 3,12-19 elementen uit Psalm 95 en Numeri 13-14 met elkaar vervlecht.
d. Noteer de belofte-elementen in 4,1-11 belofte

Beluister hierbij ook de opname van het tweede deel

 

 

Beluister hier de opname van het derde deel

2. Vooruitzien naar de stad van de toekomst
In 11,10.16 wordt de stad genoemd als eindbestemming van de gelovigen. In 12,22 blijkt de stad zelfs heel dichtbij te zijn.
Ook in 13,14 lezen we over de stad van de toekomst als tegenhanger van de stad die niet blijft. Als de eerste lezers van de brief zelf inwoners van de stad Jeruzalem waren, zullen deze woorden hen bijzonder hebben aangesproken.
 
Suggesties voor uw voorstudie:
a. Ga voor uzelf na hoe de toekomstverwachting van Abraham eruit zag;
b. Bestudeer aan de hand van 12,22-24 de voorrechten die de Hebreeën hebben staande voor de stad van God in vergelijking met de voorrechten van het aardse Jeruzalem;
c. Lees 13,13-14 in het verband van 13,9-14 en stel voor uzelf vast welke steden bedoeld zijn in 13,14.