Skip to main content

banner Jezus de zoon van de mens

JEZUS, DE ZOON VAN DE MENS

 Redder van de mensheid 

IHS is sinds de Middeleeuwen een veelgebruikte afkorting voor de naam Jezus.
Het zijn de eerste drie letters van deze naam in het Grieks.
In bovenstaande weergave is de menselijke geschiedenis van Jezus, De zoon van de mens, ingetekend in de drie naamletters.

 

0. ROEPNAAM EN SCHUILNAAM
 
Toen onze Heiland op aarde was, werd met twee namen naar Hem gewezen. Zijn familie en alle andere mensen noemden Hem Jezus. Zelf noemde Hij zich vaak De zoon van de mens. Beide namen horen we op Goede Vrijdag (zie Mt.26,64; 27,37).
 
 

Beluister hier audioles 1

 
1.1 (Een naam vanuit de hemel) De naam Jezus is aangereikt door de engel Gabriël, eerst aan Maria en daarna ook aan Jozef (Lc.1,31; Mt.1,21). Zo ontving Maria’s kind deze naam op de achtste dag (Lc.2,21).
 
1.2 (Een naam voor levenslang) De naam Jezus werd levenslang de roepnaam voor Maria’s kind (Mt.27,37). Soms aangevuld met de naam van zijn woonplaats: Nazaret (Mt.2,23; Joh.1,45; Mc.1,24).
 
1.3 (Een naam met een geheim) De enige toelichting op de hemelse naam Jezus vinden we in Matteüs 1,21. De engel zegt tot Jozef: `Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van al hun zonden.
Jezus (Jèsous) is de Griekse weergave van de Hebreeuwse naam Jozua (Jehoosjua). Deze naam betekent: `De redding is van de HERE’.
In de Heidelbergse Catechismus (vraag 29) lezen we kortweg:  `Waarom wordt de Zoon van God Jezus, dat is Verlosser, genoemd?’
De Catechismus heeft gelijk: na het woord van de engel betekent de naam van Maria’s kind voor ons als gelovigen: Verlosser van zonden, Zaligmaker, Heiland. Maar dat was niet de betekenis van de naam Jozua. En het is ook niet de betekenis van de naam Jezus wanneer die door anderen in die tijd werd gedragen. Op welke manier heeft de naam Jozua/Jezus bij het kind van Maria wél deze bijzondere, persoonlijk aanwijzende betekenis gekregen?
We kunnen dat alleen begrijpen vanuit de profetie. Lees als voorstudie Zacharia 3,8-9.
 
1.4 (Een mensennaam onder de mensen) De roepnaam Jezus had voor de Joden in zijn tijd geen bijzondere betekenis (Joh.6,41-42). De naam kwam vaker voor (Kol.4,11; Mt.27,16-17 NBV). Zo droeg Jezus van Nazaret onder de mensen een onopvallende naam. Een roepnaam voor een mens, voor het Eeuwige Woord in nederigheid (vergelijk Joh.1,14-18 met 1,45-46)!
 

Beluister hier audioles 2

 
2.1 (Een tijdelijke naam) Heel vaak noemde Jezus zichzelf op aarde: De zoon van de mens. Door anderen wordt Hij nooit zo genoemd. Na hemelvaart verdwijnt deze naam. Ze klinkt alleen als een echo nog een keer uit de mond van de stervende Stefanus (Hand.7,56).
De naam is als zelfaanduiding opvallend. 1. Jezus duidt zichzelf ook vaak genoeg aan met het gebruikelijke woord `ik’: het valt dus op wanneer Hij dit `ik’ vervangt door de omschrijving `De zoon van de mens’. 2. Het optreden van Jezus toont zijn bovenmenselijk gezag, maar de zelfbenaming (De zoon van de mens) legt juist erg nadruk op zijn menselijkheid. Lees Johannes 1,43-51.
 
2.2 (Een naam als een echo) Het goddelijk gezag van Jezus wordt door zijn vijanden ontkend: Jezus is volgens hen slechts een mens! Opvallend genoeg echoot Jezus die opmerking: ja, Hij is inderdaad De zoon van de mens! Maar de uitspraken die Jezus dan doet over deze Mens handhaven juist zijn hemelse volmacht. Lees Marcus 2,1-12.
 
2.3 (Een schuilnaam die aandacht trekt) Veel uitleggers zijn van mening dat Jezus door zijn zelfbenaming De zoon van de mens duidelijk maakt wie Hij is. Onder de Joden zou op grond van de profetie van Daniël worden uitgekeken naar een verlossende `Zoon van de mens’. Lees Daniël 7 en met name 7,13-14.
In de evangeliën blijkt hier echter niets van: de mensen vinden het maar vreemd en raadselachtig dat Jezus zich De zoon van de mens noemt. Lees Johannes 12,34 en 8,28; Matteüs 16,13-14. Zie uitvoeriger in de Vragenrubriek bij deze Bijbelstudie: Daniël 7 en `De zoon van de mens'.
 
2.4 (Een nadrukkelijke naam) De raadselachtige zelfbenaming is verschillend vertaald in het Nederlands.
a. (Statenvertaling en HSV): De zoon des mensen. Deze vertaling wordt vaak misverstaan alsof Jezus zich kortweg een mensenkind noemt (zoon van mensen).
b. (Groot Nieuws Bijbel; NBV en BGT): De Mensenzoon. Deze vertaling suggereert door de hoofdletter dat het een bestaande titel is waarnaar Jezus zou verwijzen (zie 2.3).
De letterlijke vertaling heeft twee bepaalde lidwoorden: De zoon van de mens.
De naam dwingt tot nadenken: 1. Jezus is een mens. 2. Jezus is geboren als zoon van een mens. 3. Jezus is niet zomaar een mens, maar DE zoon van DE mens.
Het is aan ons om het raadsel van Jezus’ goddelijk optreden in combinatie met deze zelfbenaming op te lossen. Wie zeggen jullie dat De zoon van de mens is???
In de latere kerkgeschiedenis wordt de vraag `Waarom werd God mens?’ (Anselmus; 11de eeuw), maar eerst was de vraag `Waarom is een mens God?’
 

Beluister hier audioles 3

 
3.1 (Jezus wordt van roepnaam tot aanroepnaam) In de geschiedenisbeschrijving van de evangeliën wordt onze Heiland kortweg aangeduid met de naam waarmee mensen Hem toen noemden: Jezus. Na de hemelvaart zien we dat de christenen maar zelden meer die enkele naam Jezus gebruiken. Meestal wordt die naam beleden met eerbiedige toevoegingen als Heer, Christus, Gods Zoon. En Hij wordt aangeroepen als onze Heer Jezus. De tijd van de vernedering is voorbij en dat betekent ook iets voor het gebruik van de roepnaam Jezus na zijn hemelvaart!
 
3.2 (De zoon van de mens wordt een onthulde schuilnaam) Na hemelvaart wordt het geheim van Jezus’ schuilnaam (De zoon van de mens) begrepen door de gelovigen. Evangelisten laten in geslachtsregisters zien hoe Jezus werkelijk De zoon van de mens is: zoon van David, van Abraham, van Adam (Mt.1,1-17; Lc.3,23-38). En Lucas gaat na hoe zijn geboortegeschiedenis is geweest (Lc.1-2).
De apostel Paulus noemt Jezus `de tweede mens, de laatste Adam’ (1 Kor.15,45-49). Zo wordt onthuld dat Dé zoon van dé mens in feite de Beloofde zoon van Adam is.
Lees Marcus 2,23-28: hoe legt Jezus hier zelf reeds een verband tussen zijn schuilnaam en onze vader Adam?
 
3.3 (In mensen welbehagen!) De engelenzang bij Jezus’ geboorte laat zien hoe God in mensen welbehagen heeft. De namen Jezus en De zoon van de mens maken duidelijk dat onze Heiland alles te maken heeft met de geschiedenis van de mensheid, van Adam tot Noach tot Jakob tot David tot Maria.
Lees Hebreeën 2,16; Romeinen 5,12-21 en 2 Kor.5,14.
 
3.4 (Eer uw vader Adam en uw moeder Eva) Het gemak waarmee veel christenen in het Westen vandaag de historiciteit van Genesis 1-3 (en volgende) denken te kunnen loslaten, doet geen recht aan onze Heiland. Hij kwam als laatste Adam. Eer uw vader en uw moeder moet voor ons als christenen allereerst betekenen: kom er voor uit dat je stamt uit Adam en Eva en dat je daarom De zoon van de mens, de laatste Adam, als Heiland aanroept.
Lees Hand.17,26; 2 Kor.11,3-4; 1 Tim.2,13-14.