Skip to main content

banner Jezus de zoon van de mens

Verwerking bij Bijbelstudie over de namen Jezus, De zoon van de mens

Verwerkingsblad voor groepsbespreking

Lees eerst samen een paar korte Bijbelgedeelten over deze namen: Lucas 1,30-33; 2,21; 19,9-10.
 
Een lied van Jezus’ moeder Maria om te zingen:

 
Hoe heilig is Zijn Naam!
Laat volk bij volk te zaam
barmhartigheid verwachten,
nu Hij de zaligheid
voor wie Hem vreest bereidt
door al de nageslachten.
 
Hij trok Zich Isrel aan,
Hij laat niet hulploos staan
die Abrams troost verwachten.
Groot en in eeuwigheid
is Gods barmhartigheid
voor duizenden geslachten.
 
*
 
Punten voor de bespreking
1. Korte terugblik:
 
                                                                                       VEELBELOVENDE NAMEN
Jezus De zoon van de mens Christus De Zoon van God Heer der heren De zoon van David
Eigennaam Doopnaam Erenaam Familienaam
Redder van de schepping
(Ere zij God)
Redder van de geschiedenis
(Vrede op aarde)
In bovenstaande tabel zie je links de namen waarover het gaat in deze eerste Bijbelstudie (Jezus, De zoon van de mens).
Waarom passen deze twee namen bij elkaar?
Schrijf nu in de vakjes onder deze twee namen een typering ervan: leg eens uit aan elkaar waarom die typeringen passen bij de namen.
Schrijf nu in het grote vak daaronder wat onze Heiland dankzij deze namen voor ons betekent. Leg eens uit waarom die betekenis samenhangt met de twee namen.
 
2. De naam Jezus
De naam Jezus (Hebreeuws: Jozua) was een vaker gebruikte naam onder de Joden. De engel, die aan Jozef verscheen in de droom (Matteüs 1,20-21) geeft een bijzondere betekenis aan deze naam.
Leg eens uit wat deze afbeelding van een naam-ring wil zeggen over de verhouding tussen de algemene naam Jezus (Jozua) en de bijzondere betekenis die de naam bij Maria’s kind heeft gekregen.
 
3. De naam De zoon van de mens
Jezus is een zoon van de mens. Dé mens, dat is Adam (Lucas 3,38). Nakomelingen van deze Adam zijn wij ook. Maar Jezus is DE zoon van de mens. Dat zijn wij niet. Lees nu nog eens Marcus 2,27-28 en bespreek wat het bijzondere is van deze uitspraken van Jezus. Denk je dat de leerlingen de volle betekenis van deze woorden al direct zullen hebben begrepen?
Lees ook nog 1 Korintiërs 15,21-24: op welke manier kun je deze verzen verbinden met de naam De zoon van de mens?
 
4. Het gebruik van de namen na Pasen
Het is bekend dat de naam Jezus na Pasen door de apostelen meestal gebruikt wordt met eerbiedige toevoegingen (onze Heer Jezus; Messias Jezus enz.). Wat vind je van de volgende stelling:
 ,,De eerbied voor onze Heiland neemt af wanneer Hij altijd alleen maar aangeduid wordt met zijn menselijke naam Jezus, zonder toevoegingen waaruit onze houding tegenover Hem blijkt (Heer, Zaligmaker enz.).’’
Hoe is je eigen spraakgebruik in het gebed en in een gesprek met elkaar of binnen het gezin?
 
 
Samen belijden en danken:
Sluit af met gezamenlijk belijden en gebed.
Je zou daarvoor de woorden kunnen ontlenen aan artikel 18 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
 
Samen belijden (lees met elkaar hardop:)

,,Tegenover de ketterij van de wederdopers, die ontkennen dat Christus van zijn moeder de menselijke natuur aangenomen heeft, belijden wij dat Hij deel gekregen heeft aan het vlees en bloed van Gods kinderen (Hebr. 2:14); dat Hij een vrucht van Davids lendenen is (Hand. 2:30), naar het vlees voortgekomen uit het geslacht van David (Rom. 1:3); vrucht van Maria’s schoot (Luc. 1:42); geboren uit een vrouw (Gal. 4:4); spruit van David (Jer. 33:15); scheut uit de wortel van Isaï (Jes. 11:1); gesproten uit Juda (Hebr. 7:14); wat het vlees betreft afkomstig uit de joden (Rom. 9:5); uit het nageslacht van Abraham, omdat Hij dat heeft aangenomen en in alle opzichten aan zijn broeders gelijk is geworden met uitzondering van de zonde (Hebr. 2:16, 17; 4:15). Zo is Hij werkelijk onze Immanuël: God met ons (Matt. 1:23).’’
 
Samen bidden:
,,Here God, U hebt de belofte vervuld die U aan de vaderen gegeven had bij monde van uw heilige profeten. U hebt uw eigen, eniggeboren en eeuwige Zoon in de wereld gezonden op de door U bepaalde tijd.
U, onze Zaligmaker, hebt de gestalte van een dienstknecht aangenomen en U bent aan ons mensen gelijk geworden (Filip. 2:7). U hebt werkelijk een echte menselijke natuur aangenomen met al haar zwakheden, uitgezonderd de zonde. U bent ontvangen in de schoot van de gezegende maagd Maria door de kracht van de Heilige Geest, zonder toedoen van een man. U hebt niet alleen de menselijke natuur aangenomen wat het lichaam betreft, maar ook een echt menselijke ziel om werkelijk mens te zijn. Omdat onze ziel net zo goed verloren was als het lichaam, moest U ze beide aannemen om beide te redden.
U, Heilige Geest, werkt in ons het geloof om te belijden dat Jezus de Messias is, de Zoon van God. Zo leidt U ons op de weg naar het eeuwig Behoud.
Drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, U zij onze dank en eer voorgoed! Door Jezus, die voor ons is geworden De zoon van de mens.
AMEN.’’