Skip to main content

banner Een tijd van ontkenning

Winnende namen in een tijd van ontkenning

Terwijl de vrouwen onderweg waren, gingen enkele van de bewakers naar de stad.
Daar vertelden ze de hogepriesters alles wat er gebeurd was.
Die vergaderden met de oudsten en besloten de soldaten een flinke som geld te geven en hun op te dragen:
‘Zeg maar: “Zijn leerlingen zijn ’s nachts gekomen en hebben hem heimelijk weggehaald terwijl wij sliepen.”
… Ze namen het geld aan en deden zoals hun was opgedragen.
En tot op de dag van vandaag doet dit verhaal … de ronde.

Evangelie naar Matteüs 28,11-15

0. DE WAARSCHUWINGEN VAN DE APOSTEL JOHANNES
 
De apostel Johannes schreef zijn brieven, met name de eerste twee, om de gelovigen aan te sporen te blijven in de liefde van God. Zij moeten vasthouden aan de erkenning van Jezus als de Zoon van God, gekomen in het vlees.
 
Deze aansporingen hebben alles te maken met de verschijning van afvalligen die de godheid van Jezus juist ontkennen. Alleen de apostel Johannes gebruikt daarvoor de termen antichrist en antichristen (1 Johannes 2,18-27; 4,1-6; 2 Johannes 7-11).  Wie bedoelt hij daarmee?
 
 

Beluister hier audioles 1

 
1.1 (De antichrist komt achteraan) Johannes verbindt de verschijning van de antichrist met het aanbreken van het laatste uur (1 Joh.2,18). De antichrist loopt achter de tijd van God aan. Hij is een leugenaar (1 Joh.2,22), die vegeteert op de waarheid die hij ontkent.
 
1.2 (De antichrist leeft van ontkenning) Het Griekse woord antichristos lijkt door Johannes zelf gevormd te zijn. De betekenis moet wel zijn: opponent van Christus. Johannes verwoordt hiermee wat al voorzegd was over de komst van `valse profeten’ (1 Joh.4,1-6; 2 Joh.7).  Het meervoud `antichristen’ wijst dan op die valse profeten. En het enkelvoud wijst op DE opponent van Christus die deze valse profeten (aan)stuurt.
 
1.3 (De antichrist heeft geen troon of tempel) Door samensmelting met 2 Tessalonicenzen 2 heeft men zich van de antichrist het beeld gevormd van een aardse verschijning die met macht is bekleed en die openlijk verering zal opeisen. Er zijn vele concretiseringen van dit beeld aangewezen in de loop van de geschiedenis. Ten onrechte. Het gaat in 2 Tessalonicenzen over een andere gestalte (zie Bijbelstudie Hoogmoed). En in de brieven van Johannes blijkt duidelijk dat de antichrist een geest op de achtergrond is (zie 2.1)
 

Beluister hier audioles 2

 
2.1 (De antichrist: geest van ontkennning) De antichristen in het meervoud leven op aarde en komen op uit de gemeente, waarvan zij zich losmaken (1 Joh.2,18-19). Dit geldt niet van de antichrist in het enkelvoud. Hij komt niet op uit de gemeente, maar is een geestelijke macht  (1 Joh.4,3.6; 2 Joh.7).
 Het is heel goed mogelijk dat Johannes tot zijn enkelvoudige woordvorm antichristos is gekomen onder invloed van het onderwijs van de Heiland. Lees Johannes 8.
 
2.2 (De antichristen: dwaalgeesten uit ons midden) Het meervoud wordt slechts één keer gebruikt (1 Joh.2,18). Het is afgeleid van het enkelvoud. En het loopt verder parallel met wat wordt voorzegd over `pseudoprofeten’ (1 Joh.4,1; 2 Joh.7). Afgezien van de aparte term antichristen geeft Johannes hier hetzelfde waarschuwende onderwijs dat ook andere apostelen onder woorden brengen.
 
2.3 (De misleiders waren al aangekondigd)  Johannes schrijft niet over iets nieuws (1 Joh.1,3; 2,24). Hij gaat terug op de tempelrede. Lees Mc.13,5-6.21-23.
 

Beluister hier audioles 3

 
3.1 (Laat je niet afleiden door leugens) De leer van de dwaalleraars blijft vaag. Er is ook geen polemiek met hun beweringen. De apostolische vermaningen richten zich op het houden van afstand: blijf uit de buurt van de leugen(aars) (2 Joh.8.10). Leugen mag niet op gelijk niveau met waarheid worden behandeld. Het is geen tijd van discussie: het is oorlog!
 
3.2 (Blijven bij de waarheid van Christus) Kernwoord van Johannes is: BLIJVEN bij de waarheid. Deze waarheid is allereerst de werkelijkheid van Christus, vroeger en nu. Het belijden van de waarheid functioneert binnen het leven binnen deze werkelijkheid.
 
3.3 (De winnende namen van Christus, God Zoon) Het is aan deze werkelijkheid van de Christus, de Zoon van God te danken wanneer gelovigen bewaard blijven voor de leugen. Lees Lucas 22,31-32; 1 Joh.4,4; 5,5.13-15.