PROFEET VAN HET BEGIN
Bijbelstudie 2 van 3 over het eerste blokje: Het begin van het evangelie
Deze Bijbelstudie wordt in de audioles uitgewerkt. Het is daarom goed mogelijk het beluisteren daarvan te combineren met deze Bijbelstudie. Om dit in gedeelten te kunnen doen, is de audioles in drie blokjes van 20 minuten opgedeeld. In de Bijbelstudie wordt aangegeven wanneer een nieuw audioblokje begint. (Via het menu Audiocursus is deze audioles als geheel of ook in drie afzonderlijke blokjes te downloaden).
A. De imponerende getuige
B. De gezondene, de grootste profeet
C. Klankbodem voor het evangelie
D. (Bijlage) Flavius Josefus over Johannes de Doper
1. DE IMPONERENDE
1.1 In het evangelie over Jezus Christus, Gods Zoon, heeft Johannes de Doper een ondergeschikte plaats. Hij is slechts de vriend van de bruidegom. In de christelijke kerk staat hij dan ook wat terzijde van de Hoofdpersoon van ons geloof.
Lees Joh. 1,6-9. Johannes heeft dit zelf altijd gezegd (Lc.3,15-17; Joh.1,18-28; 3,28-30) en ernaar geleefd (Mt.3,13-14; 11,2-3 ).
1.2 Wel heeft het jaren geduurd voordat Johannes werkelijk kleiner werd en Jezus groter. Tijdens Jezus' leven op aarde (de tijd van zijn vernedering) was Johannes voor velen de hoofdpersoon. Niemand durfde openlijk kritiek op hem te hebben, terwijl men Jezus op vele manieren belasterde en vervolgde. Bij het lezen van de evangeliën moeten we ons dat omgekeerd perspectief altijd bewust zijn.
Zie voor het volk Mc.6,14b; 11,29-32 en voor koning Herodes Mc.6,16.20.
1.3 Imponerend was Johannes door: 1. Zijn oproep tot schuldbelijdenis en boetedoop; 2. Zijn prediking over de nabijheid van het verlossende en richtende rijk van God, en 3. Zijn aankondiging van de komst van de HERE. Zijn optreden paste daarbij: a) Door zijn persoonlijk profiel (eten, kleding, omgeving), b) Door het concrete aanspreken van allerlei mensen en c) Door zijn onbevreesd lijden en sterven.
Lees Lc.3,1-23.
1.4 De echo van de Doper klonk door tot niet-Joden en tot ver buiten Palestina. Ook voor niet-Joden en voor Joden in de diaspora is Johannes een 'voorloper voor het evangelie'.
Zie Hnd.10,37-38 (een Romeinse centurio); 13,24-25 (Joden in Pisidië); 18,25 (Alexandrië); 19,3-5 (Efeze).
1.5 Zelfs voor Joden die Jezus verwierpen, bleef Johannes nog lang in ere. Josefus, een Joodse geschiedschrijver uit het eind van de eerste eeuw, vertelt hoe de Joden (jaren na Pinksteren) een nederlaag van Herodes Antipas beschouwen als de straf van God over deze moordenaar van Johannes.
Lees aan het einde van deze Bijbelles de bijlage Josefus over Johannes de Doper
2. DE GETUIGE
2.1 Na Jezus' verhoging wordt Johannes 'kleiner'. Maar hij blijft wel groot! Als de unieke getuige van de Messias (Joh.1,6-9). Hij blijft voor ons de leeswijzer.
2.2 Jezus is voorgoed degene die 'na Johannes kwam'. Hij zelf heeft zich meer dan eens beroepen op het getuigenis van Johannes.
Lees Mt.11,7-15; 17,10-13 en Joh.5,33-34 (verg. 10,41-42).
2.3 Het is belangrijk ons de functie van Johannes als getuige (aanwijzer) van de Messias goed bewust te zijn in het gesprek met niet-christelijke Joden en met islamieten. Johannes de getuige is niet voor niets gezonden
3. DE GEZONDENE
3.1 Het unieke van Johannes is zijn bijzondere zending. Hij is zelf gelegitimeerd: 1. Door de manier waarop God hem in de wereld deed komen en 2. Door de bijzondere bestemming die hij kreeg. Zijn komst trok aandacht.
Lees Lc.1,65-66; Mt.11,11.
3.2 Zijn zending is zonder weerga in het Oude Testament. Hij 'overkomt' Israël. Uniek zijn: 1. De boodschapper Gabriël; 2. De bejaarde ouders; 3. De omschrijving van zijn taak als profeet; 4. De plaats van zijn optreden (woestijn, Jordaan); 5. De bijzondere doopceremonie; 6. Het effect van zijn prediking.
Zie Lc. 1,5-25.57-80 en Mc. 1,2-8.
4. DE GROOTSTE PROFEET
4.1 Wet en profeten: dat is de korte aanduiding voor wat wij het Oude Testament noemen. Maar in het Oude Testament komt Johannes de Doper niet voor. Toch is hij het sluitstuk van wet en profeten: de grote Elia die zou komen. Denk je eens in dat er na Maleachi nog twee bladzijden kwamen in het Oude Testament waarop de woorden van Johannes de Doper stonden die we nu aantreffen in Lucas 3 of Marcus 1 e.a. Zou het Oude Testament er dan niet opeens anders uitzien? Opeens een punt aan het potlood!!
Zie Mt.11,13; Lc.16,16.
4.2 Profeten spreken namens God tot het volk: ze vertegenwoordigen Hem. Het bijzondere van de profeet Johannes de Doper is dat hij rechtstreeks voor de HERE zelf uitging en de komst van de HERE zelf aankondigde. Hij is meer dan een vertegenwoordiger, hij is de door Maleachi aangekondigde bode voor Gods aangezicht. Door Johannes kunnen we weten wie Jezus IS.
Vergelijk Maleachi 2,17-3,5 met Mt.11,10; Mc.1,2-3; Lc.7,27. En vergelijk Maleachi 4,4-6 (in NBV 3,22-24) met Lc.1,17; Mt.11,14; 17,10-13. Opvallend is dat Jezus wel leert dat Johannes de Elia is die zou komen, maar dat Johannes zichzelf die benaming niet toekent (Joh.1,20-28).
4.3 Voor ons gebruik van het Oude Testament is het heel belangrijk dat wij de hele wet en profeten gebruiken in hun samenhang (INCLUSIEF de grootste profeet, nl. Johannes de Doper). Veel profeten zochten en tastten naar wat de Geest bedoelde met zijn profetie. Dit tasten en zoeken loopt uit op Johannes en met terugwerkende kracht mogen wij zo allerlei profetieën lezen in het licht dat aan het einde erover opgaat.
5. KLANKBODEM VOOR HET EVANGELIE
5.1 De prediking van Johannes de Doper is ook in de brieven van het Nieuwe Testament als grondwater aanwezig. Het lijkt alsof we er weinig van terugvinden in de brieven. Maar de boodschap van Johannes klinkt door via de prediking van Christus zelf (de vruchten die we moeten voortbrengen; de oproep tot boete; de waarschuwing om het gericht niet te willen ontvluchten). En er zijn ook bijzondere herinneringen. Met name de passages waarin Jakobus en Paulus erop wijzen, dat niet het natuurlijk kind zijn van Abraham beslissend is, herinneren soms bijna rechtstreeks aan Johannes de Doper (God kan uit deze stenen wel kinderen van Abraham maken).
5.2 In de tijd die door de evangeliën wordt beschreven, is Johannes de Doper de stille klankbodem, die we bij het lezen niet mogen vergeten.
Onderwerpen waarbij heel duidelijk is dat we Johannes de Doper niet kunnen vergeten, zijn:
- De prediking over het koninkrijk van de hemelen;
- Het doopceremonieel;
- De messiasverwachting onder het volk tegen de tijd dat Jezus begon te prediken.
5.3 Vrij vaak wordt er in verschillende samenhangen op gewezen dat Jezus een voorliefde zou hebben gehad voor hoeren en tollenaars en dat christenen dus ook de rosse buurt of de roze optocht voorrang moeten geven. Wat zou je daarvan kunnen zeggen wanneer je de geschiedenis van Johannes de Doper en Jezus in rekening brengt?
Lees Lucas 3,12; 7,29-30; Mt.21,28-32.
BIJLAGE: Flavius Josefus over Johannes de Doper
Flavius Josefus schreef aan het einde van de eerste eeuw een soort geschiedenis van het Jodendom vanaf de schepping en Abraham tot en met de Joodse oorlog (Joodse Oudheden).
In het 18de `boek’ van deze geschiedenis vertelt hij hoe Herodes Antipas in het jaar 36 (drie jaar na Pinksteren!) werd verslagen door Aretas de koning van Nabatea. Herodes was gehuwd geweest met een dochter van deze Aretas, maar hij had die prinses later verstoten terwille van een huwelijk met Herodias (die daarvoor ging scheiden van een familielid van Herodes Antipas). Johannes de Doper heeft hem over dit huwelijk met `de vrouw van een ander’ publiek vermaand (Mc.6,17-19). Uiteindelijk heeft Herodes de profeet gedood op het (indirecte) verzoek van zijn nieuwe vrouw (Mc.6,21-28). Het volk heeft het niet vergeten hoe Herodes de imponerende en geliefde profeet heeft vermoord vanwege zijn overspelige tweede huwelijk en het daarmee verbonden wegsturen van de Nabatese prinses. Dat blijkt wanneer de ex-schoonvader van deze koning een aantal jaren later een wraakactie organiseert. Herodes lijdt dan de nederlaag en de reactie van het volk daarop is opvallend: het staat voor hen vast dat dit de straf van God is over een profetenmoordenaar. Men is Johannes nog lang niet vergeten!
Josefus schrijft
“Sommige Joden waren van mening dat het leger van Herodes verslagen was doordat God rechtvaardig vergold wat aan Johannes, genaamd de Doper, was aangedaan.”
Aansluitend blikt Josefus dan terug op wat een aantal jaren eerder had plaatsgevonden:
“Want Herodes doodde hem: hij was een rechtschapen mens en hij gebood de Joden samen te komen in onderdompeling gepaard gaande met een deugdzaam leven, rechtvaardigheid jegens elkaar en vroomheid voor God: hij was van mening dat de onderdompeling pas op die manier aanvaard kon worden, niet om deze te gebruiken als een dekmantel voor zonden maar als lichaamsreiniging nadat eerst de ziel gereinigd was door rechtschapenheid.
En toen de anderen samendromden rond Johannes (want men raakte in vervoering bij het horen van zijn woorden) werd Herodes bevreesd: zouden mensen die zo in de ban van hem waren niet gemakkelijk in opstand kunnen komen, omdat het erop leek dat zij alles wilden doen wanneer hij het aanraadde? Het leek Herodes beter een eventuele opstand voor te zijn door de mogelijke aanleiding te doden dan achteraf spijt te hebben wanneer hij in een omwenteling verwikkeld zou zijn geraakt.
Vanwege Herodes’ achterdocht werd Johannes als gevangene naar de eerder genoemde burcht Machaerus gebracht en daar gedood. Zo ontstond bij de Joden de gedachte dat als vergelding hiervoor zijn leger een nederlaag leed omdat God Herodes wilde treffen.” (Ant. 18, 116-119).