LIJDEN: DE WEG VAN DE KONING
Bijbelstudie 3 van 3 over het tweede blokje: Het evangelie van het hemelrijk
Deze Bijbelstudie wordt in de audioles uitgewerkt. Het is daarom goed mogelijk het beluisteren daarvan te combineren met deze Bijbelstudie. Om dit in gedeelten te kunnen doen, is de audioles in drie blokjes van 20 minuten opgedeeld. In de Bijbelstudie wordt aangegeven wanneer een nieuw audioblokje begint. (Via het menu Audiocursus is deze audioles als geheel of ook in drie afzonderlijke blokjes te downloaden).
A. Miskenning en verwerping als plan
B. De zin van Jezus' lijden
C. De weg van de Koning
1. MISKENNING EN VERWERPING
Johannes schrijft: `Het Woord was in de wereld, de wereld is door Hem ontstaan en toch kende de wereld Hem niet. Hij kwam naar wat van Hem was, maar wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen’ (Joh.1,10-11). Deze miskenning en verwerping loopt tenslotte uit op de climax van veroordeling en kruisiging.
1. Miskenning van afkomst: `die mens uit Nazaret’ en `wij kennen zijn familie goed genoeg’.
2. Miskenning van gezag: `Hij heeft geen recht om de sabbat op eigen wijze te gebruiken’.
3. Miskenning van volmacht: `zijn macht is aan Beëlzebul te danken’.
4. Miskenning van oprechtheid: `strikvragen zullen Hem ontmaskeren’.
5. Miskenning van pretentie: `Kruisig Hem omdat Hij zichzelf aan God gelijkmaakt’.
2. LIJDEN ALS PLAN
2.1 (Verzetsloosheid) Hoewel Jezus alle macht had om de tegenstand met geweld het zwijgen op te leggen, zien we dit nooit gebeuren. Zijn ouders vluchtten al met Hem naar Egypte. Tijdens zijn publieke optreden wijkt Hij op den duur steeds vaker uit naar omliggende streken of Hij maakt zich tijdelijk onvindbaar. Hoewel de leiders de scharen vreesden, had niemand iets van Hem te duchten!
2.2 (Lijdensprogram) Aan de leerlingen maakt Jezus van tevoren bekend dat Hij zal worden overgeleverd. Het is zijn levensprogram om uitgeleverd en gedood te worden.
De `lijdensaankondigingen’ ontvouwen het program steeds verder. 1. Lijden door Joodse leiders, sterven, opstaan op de derde dag (Mt.16,21). 2. Plus: de overlevering in mensenhanden (verraad in eigen kring; Mt.17,22-23). 3. Plus: uitlevering aan de heidenen en dus kruisiging (Mt.20,18-19). 4. Plus: dagaanduiding van kruisiging (Mt.26,1-2).
2.3 (Lijdensonderwijs) De leerlingen krijgen onderricht in Mozes en de profeten om te leren begrijpen dat verwerping en lijden Gods bedoeling zijn. Zo moet het (Mt.16,21; Lc.24,25-27.44-46)!
2.4 (Lijdensvoorbereiding) Jezus heeft de regie. Hij organiseert in het geheim het laatste pascha: de verrader Judas kan pas in actie komen wanneer Jezus hem dat toestaat (Mc.14,12-17; Joh.13,21-30). Zelf laat Hij zich pas gevangen nemen op een moment dat het sanhedrin in verlegenheid is en een list moet bedenken om Hem te doden (waardoor het kruisiging en niet steniging wordt): Lc.21,37-22,2; Mt.26,1-5; Joh.12,32-33;18,32.
2.5 (Offer, geen slachtoffer) Het lijden van Jezus is niet te vergelijken met dan van vele mensen die slachtoffer worden van medemensen. Jezus legt zichzelf als offer op het altaar (Joh.10,18)!
3. DE ZIN VAN JEZUS’ LIJDEN
3.1 (Plaatsvervangend zoenoffer) Nadat Jezus zich één met het schuldige volk had getoond door zich te laten dopen in de Jordaan, weet Johannes het al: Hij is het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt (Joh.1,29-36). Jezus zegt het later ook zelf met zoveel woorden: `De Mensenzoon is gekomen om zijn leven te geven als losgeld voor velen’ (Mc.10,45).
3.2 (Lichaam en bloed gegeven voor verzoening) De nieuwe maaltijd van brood en wijn is ingesteld als zegel bij Jezus’ overgave tot volkomen verzoening (Mt.26,26-28; zie al eerder Joh. 6,48-58).
3.3 (Sterven als middel, niet als doel) Jezus’ lijden en sterven is niet zijn einddoel. Vanaf het begin is duidelijk dat Hij zal opstaan, de leerlingen zal voorgaan en het hemelrijk zal brengen. Het gaat om dat hemelrijk, maar mensen zullen daar geen deel in krijgen wanneer zij geen verzoening ontvangen. Jezus’ lijden baant de weg naar een Toekomst voor mensen die zijn lijden aanvaarden (Joh.1,1,12; 14,3-5).
4. DE WEG VAN DE KONING
4.1 (De weg om te volgen) Wie op weg willen naar het hemelrijk van Jezus moeten Hem volgen op deze weg van vernedering en lijden: de leerling is niet meer dan de Meester (Mt.10,24-39; Joh.15,20-21). Op aarde wacht de christenen een weg van miskenning, vervolging en lijden (Mt.24,4-14).
4.2 (De smalle weg) De apostelen onderwijzen de pasbekeerde christenen vanaf het eerste begin in de noodzaak om door verdrukkingen in te gaan in het hemelrijk (Hnd.14,22).
4.3 (Beproefd geloof) Voor christenen is het lijden niet verzoenend, maar een proef op de som van hun geloof. Alleen wie volhoudt in geloof, bereikt de poort van het hemelrijk. De Heilige Geest is gezonden om die volharding te gaan bewerken.