Skip to main content

Maria een van de twaalf kroongetuigen van het evangelie

GEBOORTE AAN HET BEGIN

  Bijbelstudie 3 van 3 over het eerste blokje: Het begin van het evangelie

Deze Bijbelstudie wordt in de audioles uitgewerkt. Het is daarom goed mogelijk het beluisteren daarvan te combineren met deze Bijbelstudie. Om dit in gedeelten te kunnen doen, is de audioles in drie blokjes van 20 minuten opgedeeld. In de Bijbelstudie wordt aangegeven wanneer een nieuw audioblokje begint. (Via het menu Audiocursus is deze audioles als geheel of ook in drie afzonderlijke blokjes te downloaden).

A. Geboortegeschiedenis: voor wie?
B. Uit de wereld van de engelen in Davids huis
C. Soldatenkoor in de kerstnacht

Beluister hier audioles 1

1. GEBOORTEGESCHIEDENIS: VOOR WIE?

1.1 De geboortegeschiedenis van onze Heiland is ons als christenen heel vertrouwd. We lezen die jaarlijks in Matteüs 1-2 en Lucas 1-2. Zo begon het!

Opvallend is dat de geboortegeschiedenis geen plaats had in Jezus’ eigen prediking. Ze behoorde ook niet tot de eerste prediking van het evangelie. En in de brieven wordt er weinig tot niet op teruggegrepen.

Zelfs in een evangelieboek kan deze geboortegeschiedenis ontbreken (Marcus) of alleen als feit worden aangeduid (Johannes). Wat bewoog Matteüs en Lucas om er langer bij stil te staan?

1.2 Matteüs schrijft voor Joden. Onder de ongelovige Joden waren leugens verbreid over Jezus (Hij zou door overspel zijn verwekt; Hij zou zijn wonderen geleerd hebben van de tovenaars in Egypte; Hij kwam niet uit Betlehem, zoals David). Matteüs weerlegt die leugens door een aantal feiten te geven (de onbevlekte ontvangenis; de reden voor de vlucht naar Egypte; de verklaring voor het opgroeien in Nazaret).

1.3 Lucas als historicus diept ook feiten op uit het eerste begin (zie Lucas 1,1-4!). Moeder Maria komt indirect aan het woord. Lucas weet van wat er besproken werd in Judea rond de geboorte van Johannes (Lucas 1,65). Hij kan ook herders uit Betlehem hebben gesproken (Lucas 2,20) en mensen in Jeruzalem (Lucas 2,38b). Teofilus kan nu te meer overtuigd zijn van de waarheid van het aan hem verkondigde evangelie over de Christus.

1.3 De geboortegeschiedenissen zijn een `intieme geschiedenis': veelzeggend maar in stilte bewaard. Voor wie net als de herders dichterbij wil komen. Dit heeft zeker ook iets te betekenen voor de plaats die de geboortegeschiedenis mag krijgen in de kerkelijke gemeente en in evangelisatie!

Beluister hier audioles 2

2. GEZONDEN UIT DE WERELD VAN DE ENGELEN

2.1 Zowel bij Matteüs als bij Lucas zien we hoe engelen de geboortegeschiedenis bepalen. Hierbij sluit aan dat Jezus in zijn prediking vaak zegt dat Hij `van boven’ is gekomen.

2.2 (Matteüs): Engelen en dromen leiden Jozef naar Maria, naar Egypte, naar Nazaret.

2.3 (Lucas): Maria ontvangt de groet van Gabriël en hoort via de herders over de engelen in de geboortenacht.

2.4 Dit alles is betrekkelijk onopgemerkt gebleven: dit hangt samen met Jezus’ komst in de gestalte van een dienaar.

Lees Filippenzen 2,5-11.

3. GESCHONKEN AAN DAVIDS HUIS

3.1 De oude belofte met een geschiedenis.

Lees 2 Samuël 7; Psalm 89 en Jesaja 7-12.

3.2 De concrete vervulling aan Jozef, de zoon van David.

Lees Matteüs 1,18-25.

Maria heet nergens `dochter van David’ of `afkomstig uit het huis van David’. Toch is er in Lucas 1,32 sprake van de troon van `zijn vader David’. Dit kan omdat Maria reeds door een (voorlopig) huwelijkscontract was verbonden met Jozef, uit Davids familie (Lucas 1,27).

3.3 De namenlijsten van Abraham tot Jozef (Matteüs) en van Jozef naar Adam (Lucas).

Lees Matteüs 1,2-17 en Lucas 3,23-38.

Over zogenaamde geslachtsregisters wordt vaak te simpel gedacht, alsof er altijd maar één lijn is te trekken van vroeger naar nu en omgekeerd. Dat dit niet zo is, kun je gemakkelijk vaststellen door van je eigen familie een paar `geslachtsregisters’ te maken vanuit verschillende gezichtshoeken.

Beluister hier audioles 3

4. SOLDATENKOOR IN DE KERSTNACHT

4.1 De komst van Jezus de Redder is in de geboortenacht verkondigd door een bode van de Heer en bezongen door engelen. De nachtploeg was er getuige van en droeg deze woorden naar het hart van Maria. Zo bereiken die klanken via Lucas nu ook ons.

Lees Lucas 2,8-20.

4.2 In het `Ere zij God’ zingen we ook `in de mensen een welbehagen’. Is dat niet remonstrants? En berust het niet op een verkeerde tekstlezing? Aanleiding om tekst en vertaling van Lucas 2,14 te bespreken.

Zie de Vragenrubriek `Tekst en vertaling van Lucas 2,14'