Traditie en wet (Matteüs 15,3)
Vraag
In Mat. 15,3 zegt Jezus tot de Farizeeën: "Waarom overtreedt u het gebod van God, alleen om uw eigen traditie in stand te houden?" Hij laat dan zien dat zij hun eigen tradities boven de wet stellen. En vervolgens noemt Hij ze huichelaars (15,7). Mijn indruk is dat Jezus niet alleen hun huichelarij aan de kaak stelt terwijl hun wetsbetrachting waardering zou vinden. Ik heb de indruk dat Hij toch ook hun omgang met de wet en de tradities die daarboven zijn gesteld veroordeelt.
ANTWOORD
Het is bij Bijbelgebruik belangrijk om een tekst niet te algemeen te lezen, maar goed te letten op het verband en de speciale omstandigheden. Wat Matteüs 15 betreft: daar gaat het niet over de Farizeeën in het algemeen en door alle jaren heen, maar over de Farizeeën die een negatieve en vijandige houding aannemen tegen de Messias van God. Dit kleurt heel de gebeurtenis en bepaalt ook het `gesprek’. Wanneer de Farizeeën Jezus verdacht maken omdat zijn leerlingen op een bepaald punt niet zo stipt met de reinheidswetten zouden omgaan als de Farizeeën, verwijt Jezus hun dat zij in andere gevallen zelf de traditie misbruiken om het gebod van God te ontduiken (15,3-6). Waarom gaat de Here Jezus hen daarna fel verwijten dat zij met hun tradities `ver bij Mij vandaan’ blijven (15,7-9)? Omdat zij op dit moment niet gedreven worden door liefde tot God en liefde voor zijn Messias, maar integendeel hun traditie van handenwassen gebruiken om de Messias juist op grote afstand te houden. Met de leringen die de Farizeeën onderwijzen, bedoelt de Heiland op dit moment zeker (ook) de leringen tégen Hemzelf. De wetgeleerden en Farizeeën leren het volk dat Hij van Beëlzebul komt, de sabbat onteert, de reinheid geweld aandoet (Mt.12,1-14; 12,24vv; 12,38vv.). Zij zeggen dit ten onrechte: het is een reactie uit de mens en niet uit God. We moeten bij hoofdstuk 15 niet vergeten wat we kort daarvoor hebben kunnen lezen in hoofdstuk 12 (helaas zit er bij ons vaak heel veel tijdsruimte tussen het lezen van passages in een bijbelboek: we zijn het voorgaande vaak al weer vergeten bij het volgende).