Skip to main content

Johannes een van de twaalf kroongetuigen van het evangelie

Maakt de discussie over de tekst van Marcus 16 ons niet onzeker over alle teksten van het NT?

Vraag

Het begon me na enig nadenken te duizelen als het gaat om schriftelijke overleveringen van het evangelie. Mijn vraag is simpel: hoe komen we aan de waarheid die het evangelie is in de vorm van de bijbel, als er zoveel overleveringen zijn? Hoe weten we wat er in de bijbel thuis hoort en wat niet, wanneer er zoveel te doen is over het slot van Marcus?

ANTWOORD

Dit onderwerp vereist in zijn algemeenheid veel tijd wanneer je er dieper op ingaat. Nu zijn er naast het algemene onderwerp over de tekstoverlevering als zodanig ook kleine deel-onderwerpen over speciale overleveringsprobleem bij één bepaalde tekst of bij slechts enkele plaatsen. Marcus 16,9-20 is daar een voorbeeld van. Het is één van de weinige uitzonderlijke gevallen. Kort samengevat is daarover te zeggen:

1. In alle oude en nieuwe handschriften komt dit gedeelte voor, met uitzondering van twee oude handschriften. Maar deze worden – ook al staan ze de laatste twee eeuwen in hoog aanzien – op andere plaatsen lang niet altijd gevolgd in tekstuitgaven. Waarom nu dan opeens wel, terwijl overigens alle andere handschriften (honderden, duizenden) deze verzen wél hebben?

2. De verklaring daarvoor ligt in de bijzondere stijl van de verzen 9-20. Het voornaamste probleem is bij Marcus 16,9-20 niet de tekstoverlevering, maar (a) de wat merkwaardige, korte vertelstijl (vergeleken met de rest van het evangelie) en (b) de aansluiting bij 16,1-8. Over beide punten is wel iets te zeggen (a. mogelijk zijn de aantekeningen van Marcus hier niet meer uitgewerkt door gebrek aan tijd of doordat Marcus overleed (bij de vervolging onder Nero??); b. wanneer je 16,1-8 leest bij 15,40-47 zie je een vrouwenverhaal rond het graf dat uitloopt op vrees en pas bij 16,9 begint dan het verhaal over de opstanding).

Deze opmerkingen bij het speciale geval van Marcus 16,9-20 helpen ons echter niet veel verder bij de algemene vraag naar de situatie van de handschriften in het algemeen en de problemen van de tekstkritiek. Voor dat bredere onderwerp is de behandeling van het slot van Marcus niet een goed voorbeeld. In ieder geval is er geen reden tot onrust. Welk handschrift je ook volgt, je krijgt altijd hetzelfde evangelie en dezelfde brieven. Het Nieuwe Testament is niet in computertaal geschreven, zodat het uitvallen van een woord of een letter meteen tot foutmelding moet leiden. Over 90-95 % van de tekst van het Nieuwe Testament is geen meningsverschil tussen de handschriften. De resterende verschillen zijn vaak betekenisloos, soms wel belangrijk voor de exegese en een heel enkele keer ook nogal ingrijpend (Marcus 16,9-20).

Zie iets uitvoeriger mijn Het kompas van het christendom: Ontstaan en betekenis van een omstreden bijbel. (Kok, derde druk 2009), p. 93-96. En uitvoerig De tekst van het Nieuwe Testament (1976).